🟨 Een dag in het leven van Thomas
De zon was nog niet op toen Thomas zijn laptop openklapte. Zijn agenda zat alweer vol, alsof iemand anders hem had ingepland. Interne meetings, een klantgesprek dat ‘even snel’ was ingepland, en een MT-lid dat gisterenavond laat nog had gevraagd of hij vandaag een update kon geven over een klanttraject.
Hij zuchtte.
"Ik ben geen verkoper meer," mompelde hij. "Ik ben... iets anders."
Hij dacht even terug aan waarom hij dit vak ooit was gaan doen. Klanten verder helpen. Oplossingen bieden. Relaties bouwen. Maar tegenwoordig leek hij vooral bezig met verwachtingen managen – van klanten én van collega’s.
De ochtend: veelbelovend en verwarrend
Zijn eerste afspraak was met een klant waar hij al maanden tijd in stak. Ze wilden ‘iets met duurzaamheid’, maar wisten zelf nog niet precies wat. Hij had een collega van productontwikkeling erbij gevraagd – “gewoon even meeluisteren” – maar die stelde na tien minuten al een concrete oplossing voor. De klant schrok ervan. “Daar zijn we nog niet,” zei de inkoopmanager. Thomas zag de irritatie in haar ogen.
Na het gesprek keek zijn collega hem aan.
“Waarom laten we ze niet gewoon een voorstel maken en dan terugbellen?”
Thomas glimlachte geforceerd. “Omdat het dan misgaat.”
“Maar we hebben een oplossing!”
Thomas knikte. “Alleen nog geen klant die zover is om hem te kopen.”
De middag: schipperen
’s Middags kreeg hij een belletje van de CFO. Waarom de marge op dat grote account terugliep. Of hij kon uitleggen waar het ‘misging’.
“Het is niet dat het misgaat,” zei Thomas, “het is dat we nu investeren. Dit account wordt groter.”
De CFO was stil. “Oké,” zei hij. “Zorg dat je dat straks in het MT kan toelichten.”
Thomas keek naar zijn aantekeningen. Hij had geen tijd gehad om zijn forecast bij te werken. Geen tijd gehad om dat nieuwe idee van de klant uit te werken. Geen tijd gehad om na te denken over hoe hij zijn eigen mensen meekreeg. En toch… alles draaide.
Maar draaide het goed?
De ontmoeting
Laat in de middag zat hij in een koffietentje om zijn hoofd leeg te maken. Aan het tafeltje naast hem zat een oudere man met een notitieboekje. Hij keek op.
“Drukke dag?”
Thomas knikte.
“Altijd,” zei hij.
“Wat doe je voor werk?”
“Ik ben accountmanager,” zei Thomas.
“Ah,” zei de man. “Dus je zorgt dat je klanten waarde krijgen?”
Thomas knikte langzaam. “Ja… denk ik.”
“Je denkt het?” vroeg de man. “Of weet je het?”
Thomas was even stil.
“Ik stuur aan, ik verbind mensen, ik probeer te zorgen dat ze tevreden blijven. Maar soms voelt het alsof ik overal achteraanloop.”
“En wie zorgt ervoor dat jouw eigen mensen doen wat nodig is?”
“Dat doe ik ook.”
“En wie bepaalt wat de klant echt nodig heeft?”
“Ik probeer dat te ontdekken.”
“En wie zorgt dat die ontdekking ook in jouw organisatie landt?”
“Ik ook.”
De man lachte zacht.
“Dus je bent geen verkoper,” zei hij. “Je bent een coach. Voor je klant, voor je eigen mensen, en misschien zelfs voor je directeur.”
Thomas keek hem aan.
“Maar het voelt alsof ik zelf nauwelijks scoor.”
“Misschien is dat juist het geheim van een goede accountmanager,” zei de man. “Dat je ervoor zorgt dat anderen scoren. En jij meet je succes aan het geheel.”
Thomas keek naar zijn telefoon. Weer vier gemiste oproepen. Hij zuchtte, maar dit keer met een glimlach.
Misschien werd het tijd om zijn rol anders te bekijken. Niet als degene die alles oplost. Maar als degene die het spel begrijpt en zijn team helpt winnen.
Suggestie voor de deelnemers:
Denk na over jouw eigen dagen. Wat doe jij allemaal zonder dat iemand het echt ziet? Waar ben jij coach, waar ben jij verkoper, waar ben jij regisseur?
Maak een lijstje met alle rollen die jij vandaag of gisteren hebt gehad.
Niet in functietaal, maar in gewone taal.
Deelmaker. Oplosser. Geweten. Doorvrager. Scherm. Signaalgever. Schakel.